Wij zullen nooit vergeten

De extreme wreedheid van de door de Singalese regering gepleegde genocide op de Tamils kwam aan het licht op 18 mei 2009, toen meer dan 70.000 onschuldige burgers, onder wie kinderen, werden afgeslacht. Het doel van dit bloedbad was de uitroeiing van de Tamilbevolking zonder enig respect voor hun leven, laat staan voor wet- en regelgeving. Wij herdenken de onschuldige slachtoffers van deze onbeschrijfelijke tragedie die de Tamilbevolking in mei 2009 trof.

18 mei 2009 markeert de massamoord op meer dan 70.000 Tamils en het einde van de openlijke oorlog die de Sri Lankaanse strijdkrachten tegen de Tamils voerden. Echter, de verborgen oorlog tegen de Tamils is de afgelopen acht jaar voortgezet zonder enige hoop op een oplossing met hulp van internationale bemiddeling als genoegdoening voor het in Mullivaikkal aangerichte bloedbad, waarbij tienduizenden van onze broeders en zusters op gruwelijke wijze werden omgebracht. Ondanks de inspanningen van de diasporagemeenschap besloten de wereldleiders om geheime steun te verlenen aan Sri Lanka, dat wilde dat het vredesproces zou mislukken om door te kunnen gaan met de genocide.

De hoogste organen van de internationale gemeenschap, zoals de Verenigde Naties, wisten van de tragedie die zich aan het voltrekken was, maar beperkten zich tot zwakke pleidooien om een einde te maken aan het wrede, tegen de burgerbevolking gerichte offensief. Volgens de bisschop van Mannar, Dr Joseph Rayappu, worden 146.679 mensen nog altijd vermist. Ook zijn er nog steeds geen concrete wetten die waarborgen dat Tamils in Sri Lanka hun leven zeker zijn.

De Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties heeft resoluties aangenomen waarin het Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten (OHCHR) de opdracht kreeg een onderzoek uit te voeren in Sri Lanka (OHCHR Investigation on Sri Lanka – OISL) om de wreedheden te beoordelen die zijn begaan tijdens de laatste fasen van de oorlog. De Sri Lankaanse regering verleende echter minimale medewerking. Rechtvaardigheid voor de bevolking van Tamil Eelam kan alleen geschieden, als de Sri Lankaanse regering ter verantwoording wordt geroepen voor het Internationaal Gerechtshof. Niet alleen moeten de oorlogsmisdrijven worden onderzocht, maar ook de al bijna 70 jaar durende genocide op de Tamils die naar een eigen staat in Sri Lanka (Tamil Eelam) streven. Hoewel tijdens het OISL-onderzoek voldoende bewijs is verzameld om aan te tonen dat er tijdens de laatste fasen van de oorlog oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid zijn gepleegd, gaf het Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen (UNHCR) de Sri Lankaanse regering toch extra tijd. Dit betekent dat de genocide op de Sri Lankaanse Tamils wordt voortgezet en dat al het bewijs zal worden vernietigd. De wanhopige roep om rechtvaardigheid van Tamils in het thuisland en in de diaspora wordt opnieuw genegeerd.

Sri Lankaanse Tamils zijn zich er terdege van bewust dat een duurzame vrede niet kan worden bereikt door betekenisloze resoluties. De enige manier om een duurzame vrede op het eiland tot stand te brengen, is door het uitvoeren van een onafhankelijk internationaal onderzoek. Alleen de erkenning van het recht van de Sri Lankaanse Tamils op zelfbeschikking kan een einde maken aan de voortdurende genocide.